Remmen en uitwijken op de motor
Veel motorrijders beseffen onvoldoende welk risico ze lopen bij een botsing met een obstakel. Het is belangrijk dat ze weten dat botssnelheden van 35 km/h fataal kunnen zijn, omdat een valhelm bij dergelijke lage botssnelheden nauwelijks bescherming biedt tegen dodelijk hersen- of nekletsel.
Remmen en Uitwijken
Vanuit dit oogpunt is mentale training en het oefenen van deze oefening van levens belang. Besed dat het remmen zal ontstaan vanuit een reflex. Het gaat immers om een schrikreactie in een noodsituatie. Als na aanvang van het remmen blijkt dat er niet voor het obstakel gestopt kan worden moet zo snel mogelijk de beslissing worden genomen om de rem los te laten, dit in tegenstelling tot de bewering dat er beter zo lang mogelijk kan worden doorgeremd omdat de snelheid bij de botsing dan zo laag mogelijk zal zijn.
Hierbij is van belang te weten dat:
- Enkele meters doorremmen de snelheid nauwelijks vermindert en in ieder geval niet reduceert tot een acceptabele botssnelheid (Beter met 70 km/h voor of achter de auto langs dan er met 50 km/h tegen aan).
- Om met een motorfiets een behoorlijke zijdelingse verplaatsing te realiseren, als gevolg van het tegengestelde sturen, in de lengte gezien een grotere afstand nodig is dan veel motorrijders zich realiseren. Hoe hoger de snelheid hoe nadeliger dit effect. (Relateer aan de demo in het ochtendprogramma).
- Hoe eerder de uitwijkmanoeuvre wordt ingezet hoe minder scherp er behoeft te worden gestuurd.
- Psychologisch gezien het steeds moeilijker wordt de rem los te laten naarmate het obstakel dichter bij komt.|
- Een zo kort mogelijke uitwijkmanoeuvre kan worden bereikt door de tegenleuntechniek toe te passen zoals die in het ochtendprogramma is beoefend. Het is van belang om tijdens het uitwijken het obstakel in de gaten te houden om daardoor de juiste vluchtroute te kunnen kiezen. (Vaak wijken motorrijders uit in de rijrichting van de auto waardoor alsnog een aanrijding volgt) De blik moet daarbij niet op het obstakel worden gefixeerd want er moet ook worden gekeken in de richting waarin moet worden uitgeweken.