Een geurende tuin
Bij het inrichten van een tuin wordt altijd naar kleuren en vormen gekeken, maar slechts zelden wordt er aan geur gedacht. Daarom dit keer aandacht voor wat geurende planten en bloemen.
Kamperfoelie
De Kamperfoelie (Lonicera) is een geslacht van slingerplanten en struiken dat zowel in Europa, China, Noordoost-Azië als in de Verenigde Staten voorkomt. De planten slingeren zich om andere planten en bomen heen.
De bloemen hebben vooral 's avonds een sterke zoete geur. Ze zijn er in diverse kleuren, veel voorkomend is de roze-rode en geel-witte vorm. De plant is vrij gemakkelijk te vermeerderen uit zomer- of winterstekken.
Jasmijn
De Jasmijn (Solanum jasminoides) is een gewoonlijk groenblijvende, kruipende plant met tot 5 meter lange stengels. De bladeren zijn ovaal tot lancetvormig, 2,5 tot 5 centimeter lang en hebben een iets gegolfde rand.
De Jasmijn bloeit van de lente tot de herfst. De 2-2 tot 5 centimeter grote bloemen van de wilde soort zijn lichtblauw met een grijzige gloed. In het midden van de zoet geurende bloem bevinden zich de gele meeldraden. In het wild worden de bloemen gevolgd door paarse, circa 1,3 centimeter grote bessen.
De plant komt van nature voor in Zuid-Brazilië en Paraguay, waar hij langs bosranden en in struikvegetaties groeit. In Nederland en België kan de jasmijn in de tuin worden gekweekt, bij voorkeur tegen een muur op het zuiden of het westen. Hier is de plant bladverliezend en kan hij in strenge winters tot de grond afsterven, waarna hij in het voorjaar vanuit de wortels weer opkomt. Er zijn verschillende cultivars ontwikkeld, waaronder 'Album' met witte bloemen en 'Album Variegatum' met witte bloemen en witbont blad.
Roos
Sommige rozen hebben een aangename geur, bijvoorbeeld Rosa Gallica, Rosa Alba, Rosa Damascena en Rosa Centifolia. Deze soorten worden gebruikt in de parfumindustrie. Bij veel gekweekte soorten is veel van de geur verloren gegaan.
Vlinderstruik
De vlinderstruik (Buddleja Davidii) is een plant uit de helmkruidfamilie (Scrophulariaceae). In Europa is de soort vooral als tuinplant in gebruik. De struik kan enige, maar geen zeer strenge vorst verdragen. De plant wordt vlinderstruik genoemd omdat de plant met zijn geur veel vlinders aantrekt.
De plant bloeit met langwerpige bloeiwijzen van juli tot september. De onderzijde van de struik verhout en de verhoute delen geven geen bloemen. De struik dient daarom ieder jaar gesnoeid te worden. Bij het snoeien kan men de plant in de lengte kort terugsnoeien tot op 20-30 cm boven de grond. Snoeien kan vanaf half maart tot eind april afhankelijk van het weer. Er mogen geen periodes meer voorkomen met zware nachtvorst.
Kijk bij de aanbevolen tuinwinkels om voordelig geurende planten te kopen.
Tags: bloemen,